
[Terug naar hoofdpagina] [Contactgegevens]
ANTWERPEN - KEULEN VIA DE KATTENRIJT
Een Middeleeuwse IJzeren Rijn?
De Kattenrijt ligt nabij het oude douanekantoor op de Maastrichterweg van Valkenswaard naar Achel. En over deze Kattenrijt is er belangrijk historisch nieuws. In het nieuwste deel (nummer 20) van het Noordbrabants Historisch Jaarboek wordt aangetoond dat de Kattenrijt deel uitmaakte van een belangrijke middeleeuwse weg van Antwerpen naar Keulen.
Woorden als rijn, rien,, run, ren en rijt, riet, ret duiden op stroompjes, beekjes, riviertjes en rivieren. In de omgeving van Bergeijk en Luyksgestel komen de "rijt-namen" heel veel voor. In de omgeving van Schaft is er de intrigerende Kattenrijt. In het boek van Domicus De Jong , Momenten uit drie eeuwen kluishistorie, kwam ik ooit de volgende passage tegen: "Het beekje dat bij de Hermitage in de Warmbeek of Tongelreep valt heette onder Achel "Gaetsvoort" (nu Prinsenloop) en onder Valkenswaard "Cattenrijt" of "Cattenreitsevoort" (nu Haagbroekerloop)". In de nabijheid schijnt de zogenaamde Stropersberg gelegen te hebben. Ik kon uit het kaartje niet zo goed wijs en raadpleegde daarom Noordbrabantse plaatsnamen. Valkenswaard van H. Melotte en J. Molemans. De naam Kattenrijt komt al in de vijftiende eeuw voor. Het gaat over een waterloop die de Dommel en de Tongelreep verbond en die als grens fungeerde tussen Achel en Valkenswaard. Ze liep en loopt tussen de Achelse Kluis en de voormalige grensovergang en verder richting Schaft. Deze beek werd vergraven en rechtgetrokken zodat er een goede verbinding tussen Dommel en Tongelreep was. Hier vinden we dan een tweede verbinding tussen deze rivieren, want een paar kilometer noordelijker, namelijk ter hoogte van de Stepkesberg en de Venbergse molen, lag ook ooit een verbindingsgracht. Wie de natuurwandeling bij het Brugven gaat maken, ziet er nog een gedeelte van liggen. (U wordt er via een bord op attent gemaakt.) Twee verbindingen dus, tussen Tongelreep en Dommel. Melotte en Molemans opperen dat het woorddeel "katte" afkomstig is van "kade" (="aarden opworp") . De Kattenrijt was dus een beekje met lage dijken. Dat het van belang was in de twisten en conflicten over grondgebied tussen abdijen, de hertog en de lokale heren, werd duidelijk in een artikel van A.-J.Bijsterveld over Het Domein van de Abdij van Echternach in Waalre en Valkenswaard (Kempenprojekt deel 3). Zo werd er in 1452 een paal in een put in de Kattenrijt geplaatst om de grenzen van de goederen letterlijk "af te palen".
In het onlangs verschenen proefschrift De Meierij ontrafeld (2003), van Martien van Asseldonk komen we de Kattenrijt opnieuw tegen. In dit boek wordt naar voren gebracht dat de Kattenrijt een zinvolle plaats geweest moet zijn voor een wegtol, omdat ze precies op de grens lag van het hertogdom Brabant en het graafschap Loon. Van Asseldonk verwijst naar een reconstructie van een oude handelsweg die over Eersel, Bergeijk, Borkel, Schaft en de Kattenrijt via Weert verder liep naar Maastricht, Keulen en Aken. Het artikel in het Historisch Jaarboek bevestigt de juistheid van deze reconstructie, en dat niet alleen: het onderzoek leert dat de weg in Antwerpen begon. De schrijvers zijn Karel Leenders en Martien van Asseldonk. In de twaalfde eeuw en kennelijk al eerder was er volgens deze onderzoekers een samenhangende verkeersroute over land tussen Antwerpen en Keulen, met als belangrijke punten: Deurne, Westmalle, Beerse, Merksplas, Turnhout, Turnhoutervoorde, Ravels, de markt van Eersel, de Kattenrijt bij grenspaal 179 en de plaatsen Budel en Weert, en zo verder via Roermond naar Keulen en Aken. In het artikel wordt veel aandacht besteed aan de exacte ligging van lokaties. Leenders corrigeert daarbij de ligging van de plaats Turnhoutervoorde. In zijn proefschrift Van Strienemonde tot Turnhoutervoorde (1996) opperde hij nog een plek ten zuiden van Oud-Turnhout, maar in dit artikel komt hij enige kilometers noordelijker uit met Turnhoutervoorde.
De oost-west- route van Antwerpen naar Keulen werd door de opkomst van nieuwe steden steeds herzien. De positie van Eindhoven bijvoorbeeld veroorzaakte dat er een belangrijke noord-zuid-verbinding kwam van Eindhoven via Eersel naar Lommel, waardoor de zuidelijke deel van de Kattenrijt belangrijker werd dan het noordelijke. "Er zat dynamiek in het middeleeuwse wegenpatroon!", schrijft Leenders.
De hoofdroute over land door de Zuidelijke Nederlanden liep van Brugge over Gent en Aalst naar Brussel, Leuven, Tienen, Zoutleeuw, Sint-Truiden, Tongeren en Maastricht, om van daaruit verder te gaan naar de dominante handelsplaats Keulen, aldus het artikel in het Historisch Jaarboek. Naast deze route was de weg Antwerpen- Keulen blijkbaar een zeer welkome aanvulling. En dat geldt misschien ook wel voor de IJzeren Rijn.
A.C. Maas (Leende)