
[Terug naar hoofdpagina] [Contactgegevens]
HET GEHEIM VAN ZIONSBURG: EEN KOE VANGT HAZEN
Kan een door en door slechte publicatie toch iets interessants bieden?
Deze vraag gaat de volhardende lezer zich ongetwijfeld stellen na
lezing van het tweede hoofdstuk van het volgende boek; hij is dan
gearriveerd op bladzijde 46 (van de 493). Bij uitgeverij Tirion in
Baarn verscheen het boek Het geheim van Zionsburg. De Heilige Graal,
de Oranjes en de intrige achter een duistere ridderorde. Deze
uitgeverij geeft over het algemeen spannende historische verhalen
uit die in hun soort een zekere kwaliteit hebben. Maar bij de
uitgave van genoemd boek is besloten om af te zien van elke vorm van
kwaliteit. De schrijvers (Joris van Os en Jurriaan Maessen) hebben
ofwel geen voortgezet onderwijs genoten of ‘geschiedenis’ zat niet
in hun vakkenpakket; hun kennis van de ‘vaderlandse’ geschiedenis
(geschiedenis van de Lage Landen) is gering. Het boek staat verder
vol stilistische gedrochten van zinnen en wat de taalkundige kant
van de zaak betreft heeft de eindredacteur het lezen niet vol kunnen
houden. De schrijvers hebben een best-seller willen schrijven. Dat
is zonder meer duidelijk. Het afbranden van de villa Zionsburg in
Vught riep de gedachte op aan de mogelijkheid van een historische
thriller en toen werden om die brand heen steeds verder circels van
associaties getrokken. Vele verbanden in het boek zijn suggestief:
het zijn gewenste ‘ontdekkingen’. Op enkele plaatsen in het boek
zeggen de schrijvers zelf dat ze druk aan het speculeren zijn.
Hadden ze dat nu maar goed gedaan, dan was het lezen zelf nog wel
leuk geweest. Maar de wijze waarop ze allerlei invalshoeken aan
elkaar breien is zo simpel. En nog erger is het gesteld met de
manier waarop ze spanning in het boek proberen te brengen: de
‘zoektocht naar de schat van de tempeliers’ is buitengewoon
amateuristisch opgezet. De invalshoeken kunnen we aangeven door de
titels van de hoofdstukken te noemen: 1. De dood van een vrek (=Ewald
Marggraff), 2. In de Germaanse wouden, 3. De Duitse orde, 4. De
Hanze en het Teutoonse expansieplan, 5. De Duitse orde in Nederland,
6. Het raadsel Vught, 7. Het pact van Woeringen, 8. De geheime
missie, 9. Zwanen en zwijnen, 10. Hjeronimus Bosch, de verborgen
dissident, 11. De schat van Vught in gevaar, 12. Willem van Oranje,
13. Het geheim van Zionsburg gaat naar Den Bosch, 14. De zoektocht
begint, 15. Oranje en Pruisen, 16. Zionsburg en de schatzoekers, 17.
Pruisische spionnen, 18. Imperium mundo, 19. Een mysterie van
twintig eeuwen, 20. Het lot van Zionsburg. Inherent aan dit geheel
van thema’s is dat er altijd wel iets tussen zit dat de moeite van
het lezen waard is. Voorbeelden daarvan zijn: het verbinden van de
Duitse orde met de Hanze, de geschiedenis van de Nederlandse
(=Duitse) monarchie en aspecten van de Illustre Vrouwe Broederschap
van ’s-Hertogenbosch. Dat zijn interessante passages: enkele hazen
gevangen door herkauwers. Het boek als geheel is echter een
tragische mislukking. Het zal teruggebracht moeten worden tot 120
bladzijden. Tegenstanders van andere visies op historische thema’s
dan de gebruikelijke krijgen het zo wel erg gemakkelijk met hun
commentaar of doodzwijgen. In dit geval overigens terecht.